SamenvattingConclusiesAanbevelingenBestuurlijke behandeling

Follow-up Bedrijventerreinen

Het onderzoek is een vervolg op het onderzoek ‘Bedrijventerreinen in de steigers’ uit 2012. In dit vervolg staat de regierol van de provincies bij de planning en programmering van nieuwe bedrijventerreinen centraal.

Overaanbod in beide provincies

Uit het onderzoek blijkt dat er nog steeds sprake is van een aanzienlijk overaanbod aan bedrijventerreinen. Dat wil zeggen dat er meer terreinen op voorraad zijn dan er naar verwachting de komende jaren gevraagd zullen worden. Regionaal zijn er verschillen zoals uit de figuren blijkt. 

Klik op het figuur om deze te vergroten.

Actievere regie in Overijssel nodig
Samen met gemeenten werkt de provincie aan het bedrijventerreinenbeleid. Uit het onderzoek blijkt dat de provincie in de periode 2008-2011 een goede basis heeft neergelegd om regie te kunnen voeren. De afgelopen jaren zijn daar nieuwe aspecten aan toegevoegd, zoals de focus op kwaliteit bij het strategisch programmeren en het agenderen van de -mede als gevolg van de voorraad bedrijventerreinen- financieel lastige grondposities van gemeenten. De rekenkamer constateert dat op andere onderdelen een actievere regie nodig is. Zo ontbreekt sturingsinformatie doordat er de afgelopen jaren geen vergelijking tussen vraag en aanbod aan terreinen heeft plaatsgevonden en zijn de meest recente prognoses uit 2008. Een ander onderdeel dat verbetering behoeft betreft de regionale afstemming op de bedrijventerreinenmarkt. Uit het onderzoek blijkt de afstemming over gemeentelijke bedrijventerreinenvisies -net als in 2012- nog niet goed geregeld.

Actieve regie in Gelderland
De provincie Gelderland werkt actief met de regio's samen voor een goede invulling van het bedrijventerreinenbeleid. Er zijn afspraken gemaakt en de provincie houdt vinger aan de pols door jaarlijks overleg met de regio's. Daarnaast maakt zij met enige regelmaat nieuwe inschattingen over de ontwikkeling van de vraag en het aanbod naar bedrijventerreinen. De provincie is tot nu toe terughoudend met het bijstellen van de inschattingen van de toekomstige vraag.  

 

Follow-up Bedrijventerreinen

Hier vindt u de conclusies uit het onderzoek voor zowel de provincie Overijssel als de provincie Gelderland.

Overijssel
Hoofdconclusie
De provincie Overijssel heeft op het gebied van bedrijventerreinen nog steeds te maken met een overaanbod. Een actievere regievoering door de provincie -juist vanuit haar bovenregionale rol- is nodig om een grotere bijdrage te leveren aan het terugbrengen van het overaanbod en daarmee te zorgen voor een gezondere markt voor bedrijventerreinen.

Deelconclusie overaanbod
Het overaanbod is sinds 2012 licht gedaald, maar er is nog steeds sprake van een situatie van overaanbod. Wanneer we er van uitgaan dat de uitgifte de komende jaren gelijk is aan het langjarig gemiddelde, is er nog voorraad die voldoende is voor ongeveer 15 jaar. Nemen we de gemiddelde uitgifte van de laatste 5 jaar, dan is de voorraad nog voldoende voor zo’n 28 jaar.

Het schrappen van de zachte plannen en het maken van afspraken met gemeenten over het (maximaal) te ontwikkelen aantal hectaren bedrijventerrein zijn nog onvoldoende geweest om vraag en aanbod in balans te krijgen. Door actiever de regie te voeren kan de provincie meer invloed uitoefenen op de verschillende onderdelen die gezamenlijk maken of er sprake is van over- dan wel onder-aanbod.

Deelconclusie regierol
De provincie heeft in de jaren 2008-2011 met de omgevingsvisie, prognoses en afspraken met gemeenten het bedrijventerreinenbeleid in de steigers gezet en de basis gelegd voor het kunnen voeren van regie. We concluderen dat de provincie sinds 2012 niet op alle onderdelen actief de regie heeft gevoerd op deze kerntaak. Zo ontbraken actuele prognoses en is de regionale afstemming van bedrijventerreinenvisies nog steeds een aandachtspunt. Wel is de provincie actief bezig geweest met het initiatief rond het grondfonds en is zij met het experiment strategisch programmeren een nieuwe weg ingeslagen ten aanzien van de regie. Gezien de prominente rol die de provincie is toebedeeld op het gebied van ruimtelijke ordening, ligt een actievere inzet op alle onderdelen van de regierol voor de hand. Op dit moment staat de provincie Overijssel aan de vooravond van meer regie op (onder meer) bedrijventerreinen via het ruimtelijk instrumentarium. Daartoe zal dit jaar gewerkt worden aan voorstellen voor de wijziging van de omgevingsvisie- en verordening.

Gelderland
Hoofdconclusie
Gelderland kampt nog steeds met een overaanbod van bedrijventerreinen. De provincie vult haar regierol weliswaar actief in, maar heeft de regio’s in het verleden ruimte geboden om -onderbouwd- extra vraag op te voeren ten opzichte van de landelijk gehanteerde prognose. Met haar bovenregionale rol is de provincie nu aan zet om samen met de regio’s het overaanbod terug te brengen en daarmee te zorgen voor een gezondere markt voor bedrijventerreinen.

Deelconclusie overaanbod
Het overaanbod is afgenomen doordat het aantal zachte plannen is teruggebracht. Desondanks is de voorraad harde plannen nog voldoende voor de aankomende 24 jaar als we kijken naar de gemiddelde uitgifte de afgelopen 5 jaar. Als we uitgaan van het langjarig gemiddelde sinds 1982, dan is er nog voldoende voor de aankomende 12 jaar. Daarnaast zijn de door de regio’s gehanteerde vraagprognoses (TM-scenario plus vervangingsvraag plus beleidsambities) niet realistisch, zo blijkt uit door de provincie uitgevoerde vraag-aanbod confrontaties. Wanneer het overaanbod wordt afgezet tegen een meer realistische vraagprognose is het overaanbod nog groter.

Deelconclusie regierol
De provincie vult haar regierol actief in. Alle regio’s hebben een Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) waarmee de afstemming tussen gemeenten is geborgd. Aan de hand van deze programma’s stuurt en bewaakt de provincie het regionale bedrijventerreinenbeleid. De provincie houdt de vinger aan de pols door het monitoren van de voortgang en jaarlijks bestuurlijk overleg. Ook faciliteert de provincie de regio’s met actuele vraagprognoses. Wel constateren we dat de provincie vooralsnog terughoudend is met het laten bijstellen van de vraagprognoses door de regio’s.

Follow-up Bedrijventerreinen

Aanbevelingen voor de provincie Overijssel:

  1. Verzoek GS eenmaal per bestuursperiode de regionale behoefte in kaart te brengen en heb daarbij oog voor veranderingen in de bedrijventerreinenmarkt.
  2. Verzoek GS een bovengrens per regio te bepalen, te communiceren en te bewaken.
  3. Verzoek GS te zorgen voor frequentere informatie over vraag en aanbod van bedrijventerreinen, ook om de informatie van gemeenten hierover te kunnen beoordelen.
  4. Verzoek GS te zorgen voor een werkwijze waarbij plannen voor bedrijventerreinen daadwerkelijk regionaal worden afgestemd.
  5. Verzoek GS tijdig (voordat nieuwe bedrijventerreinenvisies worden opgesteld) duidelijk te maken aan gemeenten op welke wijze de provincie de regionale afstemming gaat organiseren zowel qua werkwijze als qua regionale indeling.
  6. Verzoek GS te overwegen de inspanningen ten aanzien van de regionale grondprijsmethodiek uit te breiden door periodiek grondprijzen volgens de residuele methode te berekenen en zo gemeenten een spiegel voor te houden.
  7. Verzoek GS een jaar na de behandeling van dit rapport inzicht te geven in de implementatie van de aanbevelingen.

 

Aanbevelingen voor de provincie Gelderland: 

  1. Verzoek GS een bovengrens voor de vraagprognoses waarop de planvorming is gebaseerd te bepalen en bewaken. Op dit moment ligt het voor de hand het TM-scenario als bovengrens te hanteren.
  2. Verzoek GS de aanwezige prognose informatie beter te benutten in de kaderstelling en heb daarbij oog voor (trend)ontwikkelingen in de bedrijventerreinenmarkt.
  3. Verzoek GS te overwegen de inspanningen ten aanzien van de regionale grondprijsmethodiek uit te breiden door periodiek grondprijzen volgens de residuele methode te berekenen en zo gemeenten een spiegel voor te houden.
  4. Verzoek GS een jaar na de behandeling van dit rapport inzicht te geven in de implementatie van de aanbevelingen.

Follow-up Bedrijventerreinen

Het rapport is op 1 juli aangeboden aan de Provinciale Staten van Overijssel en op 8 juli aan Provinciale Staten van Gelderland.



Commissaris van de Koning drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten neemt de poster van het rapport in ontvangst.

Overijssel
Op 26 augustus vond de behandeling plaats in de commissie economie. De vergaderstukken vindt u hier. De behandeling is hier terug te zien. Op 9 september vond besluitvorming in PS plaats, de behandeling vindt u hier (agendapunt 10). Het aangekondigde amendement is ingetrokken en PS besloten als volgt:

  • in te stemmen met het rapport
  • in te stemmen met de hoofdconclusie
  • de aanbevelingen over te nemen en GS op te dragen uitwerking te geven aan deze aanbevelingen.
 
U vindt hier de bestuurlijke reactie van Gedeputeerde Staten.
 

Gelderland
De behandeling in de commissie vond plaats op 23 september. De vergaderstukken vindt u hier.  Op 7 oktober hebben de Staten het concept statenvoorstel geamendeerd. Het ontwerpbesluit treft u hier aan, het amendement vindt u hier en u kunt de vergadering hier terugkijken (agendapunt 11). PS hebben daarmee alsvolgt besloten:

De aanbevelingen van de Rekenkamer Oost-Nederland over te nemen en daarmee

  • GS te verzoeken de vraagprognoses waarop de planvorming is gebaseerd te toetsen en te bewaken. Op dit moent ligt het voor de hand het TM-scenario hierbij als leidraad te hanteren
  • GS te verzoeken de aanwezige prognoseinformatie beter te benutten in de kaderstelling en daarbij oog te hebben voor (trend)ontwikkelingen in de bedrijventerreinenmarkt
  • GS te verzoeken de voor haar mogelijke (ruimtelijke) instrumenten in te zetten wanneer de uitgifte van extra bedrijventerrein niet aantoonbaar in het algemeen belang van de provincie Gelderland is
  • GS te verzoeken een jaar na de behandeling van dit rapport inzicht te geven in de implementatie van de aanbevelingen.