Gepubliceerde
onderzoeken

ONDERZOEK UITGEVOERD IN OVERIJSSEL
ONDERZOEK OOK UITGEVOERD IN GELDERLAND
MEI 2018
SamenvattingConclusiesAanbevelingenBestuurlijke behandeling

Boven water

De provincies zijn mede verantwoordelijk voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast vanuit regionale wateren. De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzocht hoe de provincies Gelderland en Overijssel hun taken uitvoeren. Zij concludeert dat de provincies er in slagen om het beschermingsniveau tegen overstromingen en wateroverlast in grote mate te waarborgen, maar dat de provincies hun eigen rol steviger kunnen inzetten. Dat schrijft de Rekenkamer Oost-Nederland in haar rapporten ‘Boven water’ over de rollen van de provincie Gelderland en Overijssel bij waterveiligheid en -overlast.

De provincies zijn mede verantwoordelijk voor de bescherming tegen het overstromen of bezwijken van regionale keringen. Deze regionale keringen bieden bescherming tegen binnenwater uit rivieren en kanalen. Het overstromen of bezwijken van een regionale kering kan grote schade veroorzaken en soms ook slachtoffers. Daarnaast zijn provincies verantwoordelijk voor de bescherming tegen wateroverlast uit oppervlaktewater. Hierbij gaat het om overstromingen van sloten, kanalen en kleine rivieren door hevige neerslag in combinatie met een trage afvoer van regenwater. Gemeenten hebben een zorgplicht voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater en zijn daarmee verantwoordelijk voor een deugdelijke riolering. In de volgende figuur is de focus van dit onderzoek aangegeven.

Naast de provincies hebben ook waterschappen een rol bij de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast. In de volgende figuur zijn de taken in beeld gebracht. 

De taken van de provincies zijn het aanwijzen van regionale keringen en het stellen van normen voor een acceptabel beschermingsniveau tegen overstromingen en tegen wateroverlast. Ook houden de provincies toezicht op de waterschappen. De waterschappen beheren de regionale keringen, beoordelen of aan de normen wordt voldaan en voeren maatregelen uit als verbetering nodig is. De provincies en de waterschappen voeren deze taken in nauwe samenwerking uit.

De Rekenkamer Oost-Nederland concludeert dat de provincie, door de manier waarop zij haar taken uitvoert, erin slaagt het beschermingsniveau tegen overstromingen en wateroverlast grotendeels te waarborgen. Tegelijkertijd kan de provincie haar eigen rol steviger inzetten. Zo pakt de provincie Overijssel -wetende dat het beschermingsniveau op dit moment grotendeels op orde is- haar rol pas laat op bij de herijking van de regionale keringen en laat zij een situatie met niet passende normen voor wateroverlast lang bestaan.

Uit het onderzoek blijkt dat een voorspelbare cyclus ontbreekt waarin de provincie het gewenste beschermingsniveau herijkt en waarin de waterschappen hun uitvoerende taken vervolgens vormgeven. De Rekenkamer Oost-Nederland beveelt daarom aan om een termijn vast te stellen waarbinnen een cyclus van aanwijzen, normeren, toetsen en verbeteren plaatsvindt. Daarmee wordt helder welke besluiten op welke momenten worden verwacht van de provincies en waterschappen. De provincie kan daarmee haar rol duidelijker neerzetten en werkt bovendien alvast in de geest van de nieuwe Omgevingswet.

Boven water

Hoofdconclusie
De provincie Overijssel slaagt er in om het beschermingsniveau tegen overstromingen en wateroverlast in grote mate te waarborgen. Dit doet ze in nauwe samenwerking met de waterschappen. Tegelijkertijd concluderen we ook dat de provincie haar rol zowel voor regionale keringen als voor regionale wateroverlast steviger kan inzetten. Zo pakt de provincie haar rol pas laat voor de herijking van de regionale keringen en laat de provincie een situatie met niet passende normen voor wateroverlast lang bestaan. De provincie kan meer duidelijkheid geven over het moment waarop de provincie in de toekomst opnieuw naar keringen en wateroverlast gaat kijken. Dat biedt helderheid voor de waterschappen én de inwoners van de provincie Overijssel.

Deelconclusie beschermingsniveau grotendeels gewaarborgd
Het overgrote deel van de keringen voldoet aan de norm. PS (aanwijzen en normeren) en GS (toezicht) hebben hun rollen ingevuld bij het waarborgen van het beschermingsniveau voor waterveiligheid en wateroverlast. GS hebben extra aandacht besteed aan de Kampereilanden, waar de keringen (nog) niet voldoen aan de norm. Het Overijssels grondgebied voldoet ook grotendeels aan de norm voor wateroverlast. GS informeerden PS via de monitor over de stand van zaken van zowel de regionale keringen als de wateroverlast.

Deelconclusie provinciale rol steviger invullen
De provincie heeft vooralsnog niet haar rol gepakt bij de regionale keringen waar sinds 2014 bekend is dat er reden tot herijking is. Een deel van de keringen kan water-technisch gezien toe met een minder strenge norm. Om toekomstige ondoelmatige investeringen door waterschappen te voorkomen is het nodig om duidelijkheid te geven over eventuele verlaging van de norm. Ook voor wateroverlast is al enige tijd duidelijk dat de normering aan een herziening toe is. Ook op dit thema heeft de provincie nog niet actief haar rol gepakt.
De rol van de provincie moet steviger worden ingevuld door aan te geven wanneer de provincie haar insteek herijkt; het bepalen van de gewenste termijn voor de beleidscyclus. Voor de regionale keringen heeft de provincie Overijssel met een plan van aanpak 2017-2030 daarvoor alvast een eerste stap gezet.

 

Boven water

 Op basis van ons onderzoek doen we de volgende aanbevelingen:
  1. Verzoek GS bij de herijking van de regionale keringen een expliciete kosten-batenafweging te hanteren door het proces van aanwijzen en normeren te combineren.
  2. Verzoek GS om bij de herijking van de normen voor wateroverlast actief in te zetten op de communicatie met bewoners en gebruikers van een gebied en draag zo bij aan het risicobewustzijn.
  3. Stel een termijn vast waarbinnen een cyclus van aanwijzen, normeren, toetsen en verbeteren plaatsvindt voor zowel regionale keringen als het beschermen tegen wateroverlast. Leg de termijnen vast in de Omgevingsverordening.
  4.  Verzoek GS om een jaar na vaststelling van dit onderzoek te rapporteren over de implementatie van de aanbevelingen.

Boven water

Het rapport is op 23 mei aangeboden aan PS Overijssel.

Op 27 juni is er een informatiesessie gehouden voor PS van Overijssel.

De bestuurlijke reactie van GS hebben wij op 26 juni ontvangen. Deze kunt u hier vinden, evenals ons nawoord.

Op 4 juli is het rapport behandeld in de commissie. De vergadering kunt u hier bekijken. De behandeling in PS vond plaats op 18 juli. PS amendeerden het ontwerp-besluit en namen aanbeveling 3 (termijn vaststellen en vastleggen voor de cyclus van aanwijzen, normeren, toetsen en verbeteren) niet over. U kunt de vergadering hier terug zien. 

Op 28 mei 2019 heeft GS per brief PS geïnformeerd over de implementatie van de overgenomen aanbevelingen uit het rapport.