SamenvattingConclusieAanbevelingenBestuurlijke behandeling

Boven water

De provincies zijn mede verantwoordelijk voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast vanuit regionale wateren. De Rekenkamer Oost-Nederland heeft onderzocht hoe de provincies Gelderland en Overijssel hun taken uitvoeren. Zij concludeert dat de provincies er in slagen om het beschermingsniveau tegen overstromingen en wateroverlast in grote mate te waarborgen, maar dat de provincies hun eigen rol steviger kunnen inzetten. Dat schrijft de Rekenkamer Oost-Nederland in haar rapporten ‘Boven water’ over de rollen van de provincie Gelderland en Overijssel bij waterveiligheid en -overlast.

De provincies zijn mede verantwoordelijk voor de bescherming tegen het overstromen of bezwijken van regionale keringen. Deze regionale keringen bieden bescherming tegen binnenwater uit rivieren en kanalen. Het overstromen of bezwijken van een regionale kering kan grote schade veroorzaken en soms ook slachtoffers. Daarnaast zijn provincies verantwoordelijk voor de bescherming tegen wateroverlast uit oppervlaktewater. Hierbij gaat het om overstromingen van sloten, kanalen en kleine rivieren door hevige neerslag in combinatie met een trage afvoer van regenwater. Gemeenten hebben een zorgplicht voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater en zijn daarmee verantwoordelijk voor een deugdelijke riolering. In de volgende figuur is de focus van dit onderzoek aangegeven.

Naast de provincies hebben ook waterschappen een rol bij de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast. In de volgende figuur zijn de taken in beeld gebracht. 

De taken van de provincies zijn het aanwijzen van regionale keringen en het stellen van normen voor een acceptabel beschermingsniveau tegen overstromingen en tegen wateroverlast. Ook houden de provincies toezicht op de waterschappen. De waterschappen beheren de regionale keringen, beoordelen of aan de normen wordt voldaan en voeren maatregelen uit als verbetering nodig is. De provincies en de waterschappen voeren deze taken in nauwe samenwerking uit.

De Rekenkamer Oost-Nederland concludeert dat de provincie, door de manier waarop zij haar taken uitvoert, erin slaagt het beschermingsniveau tegen overstromingen en wateroverlast grotendeels te waarborgen. Tegelijkertijd kan de provincie haar eigen rol steviger inzetten. Zo ontbreken er bij de provincie Gelderland op onderdelen afspraken met de waterschappen en is de ambitie uit de Gelderse Omgevingsvisie voor het beschermen tegen wateroverlast niet leidend voor de waterschappen. 

Uit het onderzoek blijkt dat een voorspelbare cyclus ontbreekt waarin de provincie het gewenste beschermingsniveau herijkt en waarin de waterschappen hun uitvoerende taken vervolgens vormgeven. De Rekenkamer Oost-Nederland beveelt daarom aan om een termijn vast te stellen waarbinnen een cyclus van aanwijzen, normeren, toetsen en verbeteren plaatsvindt. Daarmee wordt helder welke besluiten op welke momenten worden verwacht van de provincies en waterschappen. De provincie kan daarmee haar rol duidelijker neerzetten en werkt bovendien alvast in de geest van de nieuwe Omgevingswet.

Boven water

Hoofdconclusie

Op basis van het onderzoek komen we tot de volgende hoofdconclusie:

De provincie Gelderland slaagt er in om het beschermingsniveau tegen overstromingen en wateroverlast in grote mate te waarborgen. Dit doet ze in nauwe samenwerking met de waterschappen. Tegelijkertijd kan de provincie haar eigen rol steviger inzetten. Zo ontbreken er op onderdelen afspraken met de waterschappen en is de ambitie uit de Omgevingsvisie voor het beschermen tegen wateroverlast niet leidend. Verder is het beschermingsniveau tegen wateroverlast weinig inzichtelijk voor burgers en bedrijven, sluit de Omgevingsvisie niet volledig aan bij de waterverordeningen en is de informatievoorziening aan PS een aandachtpunt.

Boven water

Op basis van ons onderzoek doen we de volgende aanbevelingen:

  1. Verzoek GS de informatievoorziening aan PS over de staat van de regionale keringen en de bescherming tegen wateroverlast te verbeteren.
  2. Maak de cirkel rond. Stel een termijn vast waarbinnen een cyclus van aanwijzen, normeren, toetsen en verbeteren plaatsvindt voor zowel regionale keringen als het beschermen tegen wateroverlast. Leg de termijnen vast in de waterverordeningen.
  3. Verzoek GS om actief in te zetten op de communicatie met bewoners en bedrijven om het risicobewustzijn te  vergroten. Maak daarvoor de bescherming tegen wateroverlast inzichtelijker. Bijvoorbeeld door in de waterverordeningen vast te leggen dat de waterschappen het beschermingsniveau tegen wateroverlast duidelijk maken voor burgers en bedrijven (bijvoorbeeld in de vorm van een kaart).
  4. Breng en houd de Omgevingsvisie in overeenstemming met de waterverordeningen.
  5. Verzoek GS om een jaar na vaststelling van dit onderzoek te rapporteren over de implementatie van de aanbevelingen.

Boven water

Het rapport is op 30 mei aangeboden aan PS van Gelderland.

Op 23 mei is er een informatiesessie gehouden voor PS van Gelderland.

De bestuurlijke reactie van GS hebben wij op 22 mei ontvangen. Deze kunt u hier vinden, evenals ons nawoord.

Op 20 juni is het rapport behandeld in de commissie. De vergadering kunt u hier naluisteren. 

PS van Gelderland hebben op 4 juli besloten om alle aanbevelingen over te nemen. Het besluit (PS2018-358) van PS kunt u hier vinden.