Waar ligt de balans?
De rol van de provincie Overijssel bij wonen.
De woningmarkt is grillig. Nu wordt flink bijgebouwd om aan de vraag te voldoen. Nog niet zo lang geleden was er sprake van een overcapaciteit aan geplande woningbouw. De provincie Overijssel streeft naar balans op de woningmarkt. Mede door de sturing van de provincie is de overcapaciteit verminderd, maar is er minder aandacht geweest voor kwalitatieve aspecten van de balans. Dat concludeert de Rekenkamer Oost-Nederland in haar rapport ‘Waar ligt de balans?’
Rol provincie op woningmarkt
De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de rol van de provincie bij wonen. De directe invloed is beperkt. Het onderzoek richt zich daarom vooral op de vraag of de provincie Overijssel de randvoorwaarden voor die balans heeft gecreëerd. Balans in kwantiteit en kwaliteit. De kwantiteit gaat over de aantallen. De kwaliteit over bijvoorbeeld het type woning, de plaats waar de woning staat en het aandeel huurwoningen.
De verantwoordelijkheid van de provincie hangt samen met die van het Rijk en gemeenten. Daarom vatten we in onderstaande infographic de bestuurlijke rolverdeling samen.
Kwantitatieve balans op de woningmarkt
De Rekenkamer constateert dat Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie Overijssel sinds 2014 strakker zijn gaan sturen op het aantal woningen. Er zijn afspraken gemaakt met gemeenten en regels voor opgesteld in de verordening. Mede hierdoor is de overcapaciteit in plannen, het te veel aan woningen, verminderd en is er ruimte ontstaan voor nieuwe, betere plannen. Deze aanpak kent bij een aantrekkende woningmarkt risico’s. De provincie heeft hier maatregelen voor genomen, bijvoorbeeld door prognoses tussentijds bij te stellen. De toekomst moet uitwijzen of die maatregelen voldoende zijn. Daarom adviseert de Rekenkamer aan GS hier eind 2019 onderzoek naar te doen.
Kwalitatieve balans op de woningmarkt
Aan de kwalitatieve aspecten van de balans is de afgelopen periode door GS minder aandacht besteed, zo stelt de Rekenkamer. De provincie heeft hier wel afspraken over gemaakt met gemeenten, maar die afspraken gaan vooral over het krijgen van meer kennis en de afspraken worden slechts beperkt gemonitord. Naast de woonafspraken zijn er, vanuit andere provinciale programma’s, nieuwe initiatieven ontstaan die met wonen te maken hebben, zoals de Woonkeukens en stadscheques voor kleinschalige initiatieven. Dit maakt het lastig om een totaaloverzicht te krijgen van wat de provincie Overijssel doet op het gebied van wonen. De Rekenkamer adviseert daarom de kennis die verzameld is over kwalitatieve aspecten van de woningmarkt te gebruiken om het woonbeleid verder te ontwikkelen en kwalitatieve thema’s te gaan monitoren.
Informatie over balans woningmarkt
De ambitie van de provincie Overijssel is een woningmarkt die kwantitatief en kwalitatief in balans is. De Rekenkamer constateert dat Provinciale Staten vooral informatie krijgen over de kwantitatieve balans, oftewel de aantallen. Op de kwalitatieve balans is minder zicht. Terwijl daar wel informatie over wordt verzameld en onderzoek naar wordt gedaan, maar dit is vooral incidenteel. Dit brengt de Rekenkamer bij het advies de informatievoorziening te verbeteren.
Hoofdconclusie
De provincie Overijssel streeft naar een woningmarkt die kwantitatief en kwalitatief in balans is. Sinds 2014 zijn GS strakker gaan sturen op de woningbouwprogrammering. Mede hierdoor is de overcapaciteit gereduceerd. Een aanpak die bij een aantrekkende woningmarkt risico’s kent maar waarvoor maatregelen zijn genomen. Aan de kwalitatieve aspecten van de balans is de afgelopen jaren minder aandacht besteed. Dit is ook terug te zien in de informatievoorziening aan PS die wel inzicht geeft in de kwantitatieve maar minder in de kwalitatieve balans.
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van het onderzoek hebben we enkele aanbevelingen geformuleerd.
- Verzoek GS eind 2019 te onderzoeken of de genomen maatregelen voldoende zijn om de risico’s van de strakke sturing op het voorkomen van overcapaciteit te ondervangen. Om de risico’s van een strakke sturing op overcapaciteit te ondervangen is een planmonitor opgezet en afgesproken dat de prognoses van de woningbehoefte en de daaruit volgende woonprogrammering tweejaarlijks worden geactualiseerd. Dit loopt sinds 2016 en is daarmee te kort om nu al uitspraken over te doen. Het is wel zaak dit in aanloop naar volgende woonafspraken te evalueren en gemeenten hierbij te betrekken.
- Verzoek GS de kennis die is vergaard over kwalitatieve thema’s te benutten voor de doorontwikkeling van het beleid inzake wonen: concretiseer doelen, verduidelijk rol(len) provincie en inzet instrumentarium. De afgelopen periode zijn er meerdere onderzoeken en pilots uitgevoerd naar de kwalitatieve thema’s. Dit heeft kennis opgeleverd die benut kan worden voor de doorontwikkeling van het beleid op deze thema’s waarbij doelen geconcretiseerd kunnen worden, de rol(len) van de provincie verduidelijkt en in aansluiting daarop het instrumentarium bepaald kan worden.
- Verzoek GS – in aansluiting op de planmonitor – de kwalitatieve thema’s systematisch en overzichtelijk te monitoren zodat er zicht ontstaat op de kwantitatieve en kwalitatieve balans. In de monitoring is er nog minder aandacht voor kwalitatieve thema’s. In het kader van de woonafspraken wordt sinds 2016 gewerkt met de ‘planmonitor wonen’. Hierin zetten gemeenten jaarlijks hun harde plannen, deze worden afgezet tegen de prognose. Kwalitatieve aspecten komen in de planmonitor niet terug.
- Verzoek GS om de samenhang tussen de verschillende aan wonen gerelateerde initiatieven te bevorderen door in het beleid duidelijke verwijzingen op te nemen naar de andere programma’s. Wonen is een beleidsterrein dat met allerlei terreinen raakvlakken heeft. Dit is ook terug te zien in de woonafspraken en de andere programma’s waarin aspecten van wonen terugkomen. Dit maakt het zaak de samenhang te bewaken door bijvoorbeeld het opnemen van duidelijke verwijzingen in beleid.
- Verzoek GS de informatievoorziening aan PS over de balans op de woningmarkt te verbeteren. Dit kan door hier meer structureel en in samenhang informatie over aan te bieden.
- Verzoek GS een jaar na de behandeling van dit rapport inzicht te geven in de implementatie van de aanbevelingen.
Het rapport is op woensdag 26 september 2018 overhandigd aan de Commissaris van de Koning.
Op 1 november 2018 ontvingen wij de bestuurlijke reactie van Gedeputeerde Staten.
Op 21 november 2018 is het rapport behandeld in de commissie Ruimte en water. De vergadering kunt u hier naluisteren.
Provinciale Staten besloten op 19 december 2018 om de aanbevelingen over te nemen. De vergadering kunt u hier naluisteren.
Gedeputeerde Staten informeerden PS op 2 juli 2020 via een Statenbrief over de implementatie van de aanbevelingen.