Immaterieel erfgoed Overijssel
Immaterieel erfgoed is het erfgoed dat je niet kunt vastpakken. Het gaat meestal om culturele activiteiten die mensen ondernemen of organiseren. Mensen die zich er lang niet altijd van bewust zijn dat ze immaterieel erfgoed beoefenen. Voorbeelden van Overijssels immaterieel erfgoed zijn de Twentse krentenwegge, het bloemencorso in Sint Jansklooster of het midwinterhoorn blazen (zie hieronder voor meer voorbeelden). In ons rapport ‘Immaterieel erfgoed, voor nu & later’ staan de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek naar de inzet van de provincie Overijssel bij dit thema.
Energiebesparings- en informatieplicht
We nemen deel aan het DoeMee onderzoek dat de NVRR uitvoert naar toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht van bedrijven en instellingen. Daarnaast zullen wij een aanvullend onderzoek uitvoeren op het gebied van energiebesparing.
Risicomanagement
Het risicomanagement ligt primair bij Gedeputeerde Staten en de ambtelijke organisatie. Omdat PS moeten kunnen vertrouwen op goed risicomanagement op het moment dat zij gevraagd worden een besluit te nemen over een nieuw project, is het van belang om de staat van het risicomanagement eens onder de loep te nemen.
Bereikbaarheid openbaar vervoer
In dit onderzoek willen we kijken naar de doeltreffendheid van het beleid op het gebied van het openbaar vervoer. Daarbij willen we ook aandacht besteden aan het gebruik en de inzet op andere mobiliteitsdiensten en flexibel openbaar vervoer.
Lessen uit gebiedsprocessen
Provincies zetten gebiedsprocessen in om complexe opgaven samen met partners zoals gemeenten, waterschappen, LTO en Natuur- en milieuorganisaties op te pakken. De Rekenkamer Oost-Nederland onderzocht enkele gebiedsprocessen om lessen mee te kunnen geven voor toekomstige gebiedsprocessen. De lessen zijn bedoeld voor de provincies Gelderland en Overijssel, maar eigenlijk voor alle partners in een gebiedsproces. In het rapport ‘Lessen uit gebiedsprocessen’ zijn deze lessen opgenomen.
Omgevingsdienst Twente
Samen met een aantal Twentse Rekenkamers hebben we onderzoek gedaan naar de Omgevingsdienst Twente (ODT). Het verkennende onderzoek geeft inzicht in de werkwijze van de ODT en het ‘verkeer’ met de overheden voor wie zij taken uitvoeren. Hieruit blijkt dat de ODT nog sterk in ontwikkeling is en dat organisatorische zaken aandacht vragen. Reden voor de rekenkamers om een verdiepend onderzoek naar de doelmatigheid en de outcome (nog) niet op te pakken.
Grip op reserves Overijssel
De provincie Overijssel heeft aanzienlijke reserves. Hoe er wordt omgegaan met reserves en wat er met reserves gebeurt, is aan de volksvertegenwoordigers bij de provincie. Een belangrijke verantwoordelijkheid, zeker gezien de omvang van de reserves. De Rekenkamer publiceerde, op basis van een onderzoek, een handreiking om volksvertegenwoordigers te helpen deze verantwoordelijkheid in te vullen en meer inzicht in en meer grip op reserves te krijgen.
Doemee onderzoek ondersteuning volksvertegenwoordigers
Goede ondersteuning is belangrijk voor een goed functionerende democratie, vindt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Geen luxe of bijzaak maar een essentiële voorwaarde voor het functioneren van een volksvertegenwoordiger en voor een sterke democratie, zoals de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) eerder ook al aangaf in zijn advies. Dat was voor ons dan ook een belangrijke reden om mee te doen aan het DoeMee-onderzoek van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies (NVRR) naar de ondersteuning van volksvertegenwoordigers.
Stimuleren fietsvervoer Overijssel
De provincie Overijssel stimuleert het fietsgebruik via een gestructureerde aanpak en heeft op die manier diverse fietsroutes met succes verbeterd, een mooi resultaat. Daarnaast helpt de provincie mensen op de fiets dankzij gedragsbeïnvloeding. Het doel van de provincie, 20% tot 30% groei van fietsers, is echter nog niet in zicht.
Effectiviteit revolverende fondsen Overijssel
De Overijsselse revolverende fondsen laten een redelijk positief beeld zien als het gaat om het bereiken van maatschappelijke doelen. Het beeld is echter niet compleet doordat niet voor alle fondsen concrete doelen zijn geformuleerd. De (veelal financiële) verwachtingen die ten grondslag liggen aan het bereiken van de maatschappelijke doelen laat een wisselend beeld zien. Dat is ook niet verwonderlijk bij een (relatief) nieuw instrument en bij veranderingen gedurende de looptijd. Het gaat om een tussentijds beeld.