Immaterieel erfgoed is het erfgoed dat je niet kunt vastpakken. Het gaat meestal om culturele activiteiten die mensen ondernemen of organiseren. Mensen die zich er lang niet altijd van bewust zijn dat ze immaterieel erfgoed beoefenen. Voorbeelden van Gelderse immaterieel erfgoed zijn de bloemencorso in Lichtenvoorde, het vendelzwaaien en de Airborne wandeltocht (zie figuur 1 hieronder). In ons rapport ‘Immaterieel erfgoed, voor nu & later’ staan de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek naar de inzet van de provincie Gelderland op dit thema. Volgens het UNESCO-verdrag zijn het niet de overheden die bepalen of iets immaterieel erfgoed is maar de beoefenaars zelf. Zij zijn ook diegene die het levend houden en doorgeven aan volgende generaties. Overheden kunnen wel bijdragen aan een gunstig klimaat en helpen bij het beschermen ervan.
We zien dat de provincie Gelderland in de praktijk inzet op immaterieel erfgoed, maar dat zij dat in het beleid niet expliciet benoemd. Zo zijn er verschillende subsidies die zowel voor materieel als immaterieel erfgoed bedoeld zijn. Er is geen landelijke wet of regelgeving of bestuurlijke afspraak die hen hiertoe verplicht. Al heeft de staatssecretaris recent wel aangegeven bestuurlijke afspraken te willen maken met provincies en gemeenten over immaterieel erfgoed.
Figuur 1. Immaterieel erfgoed in Gelderland
Bron: Kaart Rekenkamer Oost-Nederland op basis van gegevens het KIEN.
Provinciale Staten hebben in Gelderland aandacht voor immaterieel erfgoed. Zo zijn er moties ingediend voor het behoud van immaterieel erfgoed en het bevorderen van het Nedersaksisch. Ook zijn er verschillende statenvragen gesteld over specifieke vormen van immaterieel erfgoed zoals de paasvuren en bloemencorso’s. Ook in de praktijk is er aandacht voor immaterieel erfgoed. De provincie verstrekt subsidies voor erfgoededucatie en -participatie en het uitdragen van de Gelderse identiteit. Voorbeelden van immaterieel erfgoed hierbij zijn lessen over traditioneel papierscheppen in Doesburg, ondersteuning door Erfgoed Gelderland aan erfgoedgemeenschappen en het bevorderen van de Nedersaksische streektaal door het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers.
De uitvoering van het beleid ligt grotendeels bij externe organisaties en zij ontvangen hiervoor subsidie. De provincie Gelderland kan voor de uitvoering van haar beleid bouwen op een breed gedragen en lang bestaande structuur van (erfgoed)organisaties. Erfgoed Gelderland bestaat bijvoorbeeld al sinds 1957 en in een landelijke evaluatie van Cultural Motion wordt Gelderland genoemd als een van de provincies die voorop loopt met de ondersteuning van erfgoedgemeenschappen door een erfgoedhuis (dat is Erfgoed Gelderland). Het opbouwen van een dergelijke structuur met inhoudelijke kennis en bekendheid van en bij de doelgroep kost veel tijd. Onze aanbeveling richt zich dan ook op het borgen van de bestaande structuur.
Hoewel de provincie Gelderland in de praktijk inzet op immaterieel erfgoed, komt dit niet zichtbaar terug in het beleid. De inzet op immaterieel erfgoed komt vooral voort uit de brede insteek die de provincie hanteert waarbij inzet op materieel of immaterieel in de kaders niet gespecificeerd wordt. Hierdoor is er in de uitvoering ruimte om in te zetten op immaterieel erfgoed. Ook voor Provinciale Staten was deze inzet niet zichtbaar. In 2021 dienden zij de motie Immaterieel erfgoed in voor meer samenwerking met en tussen erfgoedorganisaties op het gebied van immaterieel erfgoed terwijl deze samenwerking al bestond. Onze aanbeveling richt zich hierbij dan ook op hoe de provincie beter zichtbaar kan maken wat zij doet op het gebied van immaterieel erfgoed.
Provinciale Staten ontvingen informatie over de uitvoering van het cultuur- en erfgoedbeleid. Immaterieel erfgoed staat echter niet expliciet in het beleid waardoor er in de informatievoorziening logischerwijs ook beperkt aandacht voor is. Voor het in kaart brengen van de effecten van het cultuurbeleid hebben Gedeputeerde Staten de Gelderse Cultuurmonitor opgezet. Hiermee willen zij meer dan voorheen inzicht geven in de effecten van het beleid. Wij constateren dat, ook als deze cultuurmonitor vaker wordt uitgevoerd het niet eenvoudig is om een beeld te geven van de effecten van het beleid. Het is namelijk lastig om een relatie te leggen tussen de ontwikkelingen in de sector en het beleid. Onze aanbeveling richt zich hierbij op het duidelijk zijn over de (on)mogelijkheden om de effecten van het cultuur- en erfgoedbeleid in beeld te brengen.
Hoofdconclusie
PS Gelderland hebben aandacht voor immaterieel erfgoed en ook in de praktijk is hierop ingezet. Voor deze inzet op immaterieel erfgoed kan de provincie bouwen op een breed gedragen structuur van (erfgoed)organisaties met inhoudelijke kennis en bekendheid van en bij de doelgroep. In het beleid is de inzet voor immaterieel erfgoed niet zichtbaar en (mede hierdoor) in de informatievoorziening ook heel beperkt.
Deelconclusies
In de praktijk ingezet op immaterieel erfgoed
PS hebben in Gelderland aandacht voor immaterieel erfgoed. Zo dienden zij verschillende moties in en stelden zij Statenvragen over specifieke vormen van immaterieel erfgoed. Ook in de praktijk is er ingezet op immaterieel erfgoed. Zo biedt Erfgoed Gelderland inhoudelijke ondersteuning aan erfgoedgemeenschappen, houdt het Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers zich bezig met het stimuleren van de Nedersaksische streektaal en zetten verschillende organisaties in op het aanbieden van erfgoededucatie.
Breed gedragen en lang bestaande structuur
De provincie Gelderland kan voor de inzet op immaterieel erfgoed bouwen op een breed gedragen structuur bestaande uit verschillende (erfgoed) organisaties. Een aantal van deze organisaties zet (onder meer) in op immaterieel erfgoed. Het opbouwen van een dergelijke structuur met inhoudelijke kennis en bekendheid van en bij de doelgroep kost veel tijd. In Gelderland staat deze structuur al vele jaren.
Inzet immaterieel erfgoed niet zichtbaar in het beleid
De inzet op immaterieel erfgoed in de provincie Gelderland komt voort uit het breed ingestoken cultuur- en erfgoedbeleid, waarbij er voor educatie en participatie en de Gelderse identiteit geen onderscheid gemaakt wordt tussen materieel en immaterieel erfgoed. Hoewel er in de praktijk wordt ingezet op immaterieel erfgoed, is deze inzet niet zichtbaar in het beleid. Immaterieel erfgoed wordt daarin namelijk niet expliciet benoemd.
In informatievoorziening beperkt aandacht voor immaterieel erfgoed
PS ontvingen informatie over de uitvoering van het cultuur- en erfgoedbeleid en met de Cultuurmonitor Gelderland is hen een beeld gegeven van de stand van zaken van het Gelderse cultuurveld. In deze informatievoorziening was logischerwijs (aangezien het geen expliciet onderdeel van het beleid was) heel beperkt aandacht voor immaterieel erfgoed. De Cultuurmonitor zal, ook als die vaker plaatsvindt, niet eenvoudig het toegezegde beeld over de effecten van het beleid laten zien. Een belangrijke reden hiervoor is dat er geen relatie gelegd kan worden tussen de ontwikkelingen in de sector en het gevoerde beleid.
Hieronder staat het totaaloverzicht van de aanbevelingen. Hierbij is het goed te realiseren dat de conclusies en aanbevelingen zijn gebaseerd op onderzoek naar de provinciale inzet van de afgelopen jaren, te weten de periode 2021-2024. GS stuurden op 11 juli 2024 het nieuwe beleidskader en Gelders programma erfgoed en cultuur naar PS. We zien daarin delen van onze aanbevelingen terug komen en hebben dit opgenomen bij de toelichting op de aanbevelingen hieronder. We adviseren PS om ons onderzoek en bijbehorende aanbevelingen te betrekken bij de behandeling van dit beleidskader en Gelders programma.
1. PS: Verzoek GS om de bestaande structuur rondom erfgoed te blijven borgen.
De provincie kan voor de inzet op immaterieel erfgoed bouwen op een breed gedragen en lang bestaande structuur. Het kost tijd om een dergelijke structuur op te bouwen met inhoudelijke kennis en bekendheid van en bij erfgoedgemeenschappen. Het is daarom van belang om de structuur voort te zetten. In het nieuwe beleid zetten GS de ondersteuning aan diverse (erfgoed)organisaties binnen deze structuur door.
2. PS: Overweeg om immaterieel erfgoed expliciet te benoemen in het Gelderse cultuur- en erfgoedbeleid.
De afgelopen beleidsperiode hadden GS immaterieel erfgoed niet expliciet in het beleid opgenomen terwijl dit wel voor zichtbaarheid van de inzet zou zorgen. In het nieuwe beleid voor erfgoed en cultuur besteden GS wel expliciet aandacht aan het belang van immaterieel erfgoed en hoe hier op wordt ingezet.
3. PS: Verzoek GS om duidelijk te zijn over de (on)mogelijkheden om de effecten van het cultuur- en erfgoedbeleid in beeld te brengen.
GS gaven in 2020 aan dat zij meer dan in de periode ervoor de effecten van het cultuur- en erfgoedbeleid zouden monitoren. In 2022 is de eerste Cultuurmonitor Gelderland verschenen. Dit geeft inzicht in het cultuurveld in de provincie, maar niet in de effecten van beleid (ook niet als deze vaker wordt uitgevoerd). Het is belangrijk om als GS realistisch te zijn in toezeggingen over het geven van inzicht in de beleidseffecten, om (te) hoge verwachtingen en daarmee samenhangend risico op teleurstelling te voorkomen.
Het onderzoek is op woensdag 11 september 2024 gepubliceerd.
Behandeling van het rapport
Gedeputeerde Staten kwamen op 1 oktober 2024 met hun reactie op het onderzoek.
Op 9 oktober 2024 lichtten we ons rapport toe aan Provinciale Staten in een beeldvormende bijeenkomst.
Provinciale Staten bespraken het onderzoek op 16 oktober 2024 in een oordeelsvormende bijeenkomst.
Op 13 november 2024 namen Provinciale Staten het besluit uit ons onderzoek om de aanbevelingen over te nemen.
Doorwerking van het rapport
Ons onderzoek had betrekking op het provinciale erfgoedbeleid. Op 11 september 2024 bespraken Provinciale Staten het beleidskader cultuur en erfgoed. Gedeputeerde Staten deden daarbij de toezegging om te onderzoeken op welke wijze ze inzicht konden geven op hoe de provincie netwerken met betrekking tot immaterieel erfgoed ondersteunt en hoe deze netwerken functioneren.