Nut en noodzaak van de reserves en voorzieningen van de provincies Gelderland en Overijssel staan, op een enkele uitzondering na, buiten kijf. Dat blijkt uit het rapport ‘Bestemmen voor de toekomst’ dat op 18 maart 2009 door de Rekenkamer Oost-Nederland is gepubliceerd. Wel is er in beide provincies meer aandacht nodig voor de onderbouwing van de benodigde omvang van de reserves en voorzieningen.
Eind 2007 hebben beide provincies ruim een half miljard aan reserves en voorzieningen op de balans staan. Reserves en voorzieningen zijn de spaarpotten van de provincie voor toekomstige – grote – uitgaven, zoals het aanleggen van een weg. Het is belangrijk voor provincies om goed zicht te hebben op de reserves en voorzieningen. Er mag niet te veel geld gereserveerd worden (dan wordt er niet efficiënt met middelen omgegaan), maar ook niet te weinig (dan kunnen doelen niet gerealiseerd worden).
Op dit punt ziet de Rekenkamer verbetermogelijkheden voor beide provincies. Nog niet alle reserves en voorzieningen zijn bijvoorbeeld voorzien van actuele bestedingsplannen. Deze zijn wel nodig om te voorkomen dat er te veel of juist te weinig middelen worden gereserveerd. Daarnaast heeft het onderzoek inzichtelijk gemaakt dat de informatievoorziening over reserves en voorzieningen met name in de provincie Gelderland beter kan. Zo zijn de meerjarenramingen bij de begroting van Gelderland bijvoorbeeld nog niet compleet qua reserves en voorzieningen. Dit maakt het lastig voor de Statenleden om de financiële positie van de provincie goed te kunnen overzien. De informatievoorziening aan de Staten van Overijssel verloopt in het algemeen goed, maar kan toch ook op enkele onderdelen verder verbeterd worden. Hierbij gaat bijvoorbeeld om het moment waarop evaluatiegevens van reserves en voorzieningen beschikbaar zijn voor PS. De Rekenkamer adviseert beide provincies over het verbeteren van de informatievoorziening over reserves en voorzieningen.