Een majeure opdracht Gelderland
Sinds 2013 hebben provincies de rol als opdrachtgever voor de omgevingsdienst die de uitvoering van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving uitvoert bij majeure risicobedrijven. Deze bedrijven vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO). De rekenkamer heeft onderzocht hoe de provincie Gelderland haar opdrachtgeversrol voor de zogenaamde BRZO-omgevingsdienst heeft ingevuld.
Verspreid over Gelderland zijn er 41 majeure risicobedrijven waar veel gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen of worden verwerkt. Eventuele fouten of gebreken bij deze bedrijven kunnen leiden tot zware ongelukken met grote gevolgen voor mens en milieu. Aan deze bedrijven worden dan ook bijzondere eisen gesteld om dit te voorkomen en te beheersen. Dit is vastgelegd in het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO). De provincie Gelderland is momenteel verantwoordelijk voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) bij 15 majeure risicobedrijven. Vanaf 2016 breidt deze verantwoordelijkheid zich uit tot alle majeure risicobedrijven*.
Figuur: spreiding BRZO-bedrijven over Gelderland
Het rijk, provincies en gemeenten hebben met elkaar afgesproken om de VTH-taak bij majeure risicobedrijven te bundelen bij zes op afstand geplaatste omgevingsdiensten. Dit betekent dat de provincie Gelderland eindverantwoordelijk is maar de uitvoering van de VTH-taak op majeure risicobedrijven wordt gedaan door de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)**. Majeure risicobedrijven blijven zelf de eerst verantwoordelijke voor het nemen van maatregelen om ongevallen te voorkomen en eventuele nadelige gevolgen te beperken.
De Rekenkamer Oost-Nederland concludeert dat de provincie Gelderland een duidelijke opdracht bij de ODRN heeft neergelegd. Tegelijkertijd moet de opdrachtgeversrol in de sturing op effecten, financiën, kwaliteitscriteria, samenwerking en de ambtelijke ondersteuning verder doorontwikkeld worden. Hier zijn onze aanbevelingen dan ook op gericht.
Dit onderzoek is ook in Overijssel uitgevoerd, onderstaande tabel bevat een vergelijking op enkele punten:
Gelderland | Overijssel | |
Aantal majeure risicobedrijven | 15 (41 na overdracht) | 5 (15 na overdracht) |
Omvang budget 2015 | € 600.000 (€ 1.900.000 na overdracht) | € 310.000 (€ 800.000 na overdracht) |
Rollen
| • Opdrachtgever ODRN • Mede-eigenaar ODRN • Geen uitvoerder VTH BRZO-bedrijven | • Opdrachtgever ODRN • Geen mede-eigenaar ODRN • Uitvoerder VTH BRZO- bedrijven |
Aantal en type RUD’s | 7 RUD’s in vorm gemeen- schappelijke regeling | 2 netwerk-RUD’s |
*Naast bedrijven die vallen onder het BRZO zijn er bedrijven die vallen onder categorie 4 van de Richtlijn Industriële Emissies (de zogenoemde RIE 4-bedrijven). Deze richtlijn bevat een indicatieve lijst van de belangrijkste verontreinigende stoffen waarmee de vergunningverlening in geval van uitstoot naar lucht, water of bodem rekening moet houden. Het gaat hier om chemische industrie met een uitstoot boven een bepaalde waarde.
BRZO-bedrijven en RIE 4-bedrijven worden samen majeure risicovolle bedrijven genoemd. In Gelderland waren er op het moment van onderzoek 41 majeure risicovolle bedrijven, waarvan 35 BRZO-bedrijven en 6 RIE 4-bedrijven.
**De achterliggende reden daarvan is dat bundeling van expertise en ervaring noodzakelijk wordt geacht voor een kwalitatieve en efficiënte uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving bij majeure risicobedrijven. Daarnaast wilde men zo een ‘level playing field’ voor majeure risico-bedrijven te creëren. Een level playing field houdt in dat het voor een majeur risicobedrijf niet uit moet maken waar zij is gevestigd en welke BRZO-omgevingsdienst de vergunningverlening, toezicht en handhaving doet – de aanpak zou hetzelfde moeten zijn.
Hier vindt u de conclusies van het onderzoek ‘Een majeure opdracht: Gelderland als opdrachtgever voor de BRZO-omgevingsdienst’.
Hoofdconclusie
De provincie Gelderland heeft een duidelijke structuur voor het opdrachtgeverschap voor de BRZO-omgevingsdienst neergezet. Mede in het licht van de uitbreiding van het bevoegd gezag moet GS haar rol als opdrachtgever doorontwikkelen en dient PS het horizontaal toezicht actief in te vullen.
Deelconclusie opdrachtverlening
De provincie Gelderland geeft een duidelijke opdracht aan de Omgevingsdienst Regio Nijmegen voor de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhaving bij majeure risicobedrijven. Zij zet daarvoor een mix van instrumenten in op strategisch en operationeel niveau waarbij aandacht is voor de toepassing van de landelijke kwaliteitscriteria.
Deelconclusie doorontwikkeling
In de afgelopen jaren (2013-2015) heeft GS haar nieuwe rol als opdrachtgever opgepakt. In de eerste dienstverleningsovereenkomst werden 2013 en 2014 aangeduid als leerjaren. Er is vooruitgang geboekt. Tegelijkertijd moet de opdrachtgeversrol in de sturing op effecten, financiën, kwaliteitscriteria, samenwerking en de ambtelijke ondersteuning doorontwikkeld worden.
Deelconclusie rol PS
De uitbreiding van het bevoegd gezag en de nog op te stellen verordening kwaliteit VTH, vormen aanleiding voor PS om haar horizontaal toezicht actief in te vullen. Het is belangrijk om de informatievoorziening aan PS daarop aan te passen.
De Rekenkamer doet Provinciale Staten de volgende aanbevelingen:
1.Verzoek GS om de sturing op effecten en financiën te ontwikkelen en op te nemen in de opdracht aan de ODRN. Een interne pilot van de gezamenlijke inspectiediensten biedt hierbij mogelijk goed uitgangspunten voor het ontwikkelen van een effectindicator.
2.Verzoek GS om de gevolgen van de uitbreiding van het bevoegd gezag voor majeure risicobedrijven in beeld te brengen. Dit kan bijvoorbeeld door het herhalen van de nulmeting uit 2013 bij deze bedrijven.
3.Verzoek GS om aandacht te hebben voor het risico van een groeiende afstand tot de provincie als bevoegd gezag. Dit kan door actief betrokken te blijven bij de beleidsontwikkeling rond majeure risicobedrijven op landelijk niveau. Verken daarnaast mogelijkheden om de kwetsbaarheid van de ambtelijke ondersteuning te verminderen.
4.Stem als PS af of er behoefte is om specifiek over majeure risicobedrijven te worden geïnformeerd door GS. De uitbreiding van de provinciale bevoegdheid geeft daar aanleiding toe.
5.Verzoek GS om overleg met de provincie Overijssel en de ODRN te organiseren om de samenwerking te versterken. Het doel daarvan is om kennis en expertise meer te bundelen dan tot nu toe gebeurd en om de opdracht aan de ODRN zoveel mogelijk af te stemmen, om zo een ‘level playing field’ voor majeure risicobedrijven in Oost-Nederland te borgen.
6.Verzoek GS een jaar na de behandeling van dit rapport inzicht te geven in de implementatie van de aanbevelingen.
Het rapport is op de vergadering van 7 oktober 2015 aangeboden aan Provinciale Staten van Gelderland. Op 28 oktober gaf de Rekenkamer een presentatie (technische briefing) over het onderzoek. Op dezelfde dag werd het eindrapport behandeld door de statencommissie EEM. Op de PS-vergadering van 11 november 2015 zijn de aanbevelingen aangenomen.
Beschikbare downloads
Gerelateerde rapporten
- Rapport Randstedelijke Rekenkamer, Provincie Flevoland
- Rapport Randstedelijke Rekenkamer, Provincie Noord-Holland
- Rapport Randstedelijke Rekenkamer, Provincie Utrecht
- Rapport Randstedelijke Rekenkamer, Provincie Zuid-Holland
- Rapport Noordelijke Rekenkamer, Provincie Groningen
- Rapport Noordelijke Rekenkamer, Provincie Friesland
- Rapport Noordelijke Rekenkamer, Provincie Drenthe
- Rapport Rekenkamer Zeeland