Gezamelijk rekenkameronderzoek Omgevingsdienst Twente
Samen met een aantal Twentse Rekenkamers hebben we onderzoek gedaan naar de Omgevingsdienst Twente (ODT). Het verkennende onderzoek geeft inzicht in de werkwijze van de ODT en het ‘verkeer’ met de overheden voor wie zij taken uitvoeren. Hieruit blijkt dat de ODT nog sterk in ontwikkeling is en dat organisatorische zaken aandacht vragen. Reden voor de rekenkamers om een verdiepend onderzoek naar de doelmatigheid en de outcome (nog) niet op te pakken.
Samen met de rekenkamers van Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal en Tubbergen hebben we onderzoek naar toezicht en handhaving door ODT gedaan. De omgevingsdienst is een relatief jonge vorm van samenwerking en uitbesteding van taken die onder verantwoordelijkheid van de gemeenten en provincie vallen. Inmiddels wordt landelijk geconstateerd, na bijna 10 jaar omgevingsdiensten, dat de kwaliteit en effectiviteit van de uitvoering nog te wensen over laat. De (landelijke) kritiek waren voor de eerdere genoemde rekenkamers aanleiding om de effectiviteit van toezicht en handhaving door de ODT te onderzoeken.
Bij de start is besloten het onderzoek op te delen. Een eerste verkennende fase, bedoeld om meer zicht te krijgen op de organisatie: bestuurlijke afspraken, opdrachtverstrekking en kerngegevens. Daarna eventueel een tweede fase die meer gericht is op de doelmatigheid en doeltreffendheid en informatievoorziening daarover.
De verkenning is inmiddels afgerond. De nota van bevindingen die door een externe partij is opgesteld is te vinden bij de downloads (zie linkerzijde webpagina). Omdat er bewust is gekozen voor een eerste, verkennende fase en daarna (eventueel) een vervolg onderzoek, is het rapport (of: de nota) zoals deze nu voorligt, niet op de gebruikelijke wijze voorzien van conclusies en aanbevelingen en daarmee geen onderzoeksrapport in de klassieke zin. Desalniettemin zijn er wel constateringen gedaan die waardevol zijn:
- De nota geeft duidelijk inzicht in de werkwijze van het ODT en het ‘verkeer’ tussen de organisatie en de overheden voor wie taken worden uitgevoerd.
- De nota maakt ook duidelijk dat de ODT nog sterk in ontwikkeling is. Er zijn organisatorische zaken die de aandacht vragen. De beschikbare capaciteit (menskracht) speelt een belangrijke rol. Kwantitatief is een aantal zaken goed in beeld maar kwalitatief kan een aantal vragen op dit moment niet afdoende worden beantwoord (doelmatigheid versus doeltreffendheid, output versus outcome).
Een uitwerking van deze constateringen vindt u onder ‘conclusies’.
De samenwerkende rekenkamers concluderen op basis van het door TwynstraGudde uitgevoerde onderzoek (op hoofdlijnen) als volgt:
- In 2022 is er een VTH-beleidsplan vastgesteld door de ODT, de provincie Overijssel en de 14 Twentse gemeenten. Hierin zijn doelstellingen geformuleerd. Die hebben nog geen plek gekregen in de uitvoeringsprogramma’s van de ODT (hoe gaan we het doen?). Maar deze uitvoeringsprogramma’s zijn vooral gericht op hoeveelheid ingezette middelen (output: geld en menskracht) in plaats van op de gewenste kwaliteit (outcome).
- Naast het zogenaamde Standaardpakket kunnen deelnemers ook andere (Plus) taken bij ODT beleggen. Daarvan wordt slechts beperkt gebruik gemaakt. Dit kan te maken hebben met plaatselijke (lokale) organisatorische en/of financiële aspecten en/of bestuurlijke voorkeur.
- De ODT als organisatie op zich werkt, rekening houdend met de beperking van de opmerkingen hierboven over de organisatieontwikkeling, naar tevredenheid. Bij deze conclusie hoort de kanttekening (zie ook bij punt 1) dat de inzet vooral gericht is op de inzet van de middelen (output),waardoor vragen over de geleverde kwaliteit (outcome) en effecten onvoldoende kunnen worden beantwoord.
- In aanvulling op punt 3 moet worden opgemerkt dat de ODT in 2019 nog in de opstartfase verkeerde zodat de beperkte capaciteit geprioriteerd moest worden ingezet. Ook daarna, als gevolg van de Covid-uitbraak en de nasleep daarvan, bleef de capaciteit onvoldoende. De beschikbare capaciteit werd op basis van de meergenoemde risicoanalyse (zie hierna) ingezet. Daardoor kunnen vragen over de mate van doeltreffendheid en doelmatigheid niet afdoende worden beantwoord.
- De risicoanalyse die nu door de ODT wordt gebruikt om te bepalen waar en hoeveel middelen worden ingezet, wordt verder geïmplementeerd in de werkprocessen van de ODT. Dat kan, naar het oordeel van de samenwerkende rekenkamers, bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit (meer toewerken naar outcome).
- De geleverde kerngegevens bieden naar het oordeel van de samenwerkende rekenkamers voldoende zicht op de uitvoering van de gemaakte afspraken (output), maar zijn niet geschikt om vragen over de outcome te beantwoorden. Ze geven namelijk geen antwoord op vragen als: ‘wat zegt het in 2022 aantal uitgevoerde periodieke controles over de kwalitatieve bijdrage aan een gezonde fysieke leefomgeving?’.
Het rapport is op 10 oktober 2023 door de Rekenkamer Almelo naar Provinciale Staten van Overijssel gestuurd.
De Omgevingsdienst Twente schreef op 17 november 2023 een reactie op het rapport.
Op woensdag 24 januari 2024 vond, op initiatief van de samenwerkende Twentse rekenkamers, een regionale bijeenkomst plaats over het onderzoeksrapport. Hiervoor waren de Overijsselse Statenleden ook uitgenodigd. Deze bijeenkomst is hier terug te kijken.