Bereikbaarheid is een belangrijk thema met een grote maatschappelijke relevantie. Een goede bereikbaarheid maakt het mogelijk dat mensen bij hun werk, onderwijs, zorg of recreatieve voorzieningen kunnen komen. Provincies zetten onder de brede noemer ‘mobiliteit’ in op bereikbaarheid. Het gaat dan om lopen, fietsen, openbaar vervoer (OV), de auto en andere mobiliteitsdiensten. In dit onderzoek stond de bereikbaarheid met specifiek het OV centraal.
De provincie bestuurt zelf geen bussen of treinen maar verstrekt concessies aan vervoerders. De provincie Gelderland kiest er in principe voor om de opbrengstverantwoordelijkheid en de ontwikkelrol bij de vervoerder te beleggen. Dit betekent dat de vervoerder voor zijn inkomsten afhankelijk is van reizigersopbrengsten naast een bijdrage vanuit de provincie. Belangrijke overweging daarbij is dat vervoerders op die manier het meest geprikkeld worden om met nieuwe ideeën meer reizigers te verleiden met het openbaar vervoer te reizen. De provincie stuurt op hoofdlijnen via kaders. De rolverdeling ziet er, in grote lijnen, als volgt uit:
• PS stellen beleids- en financiële kaders vast;
• GS vertalen dit door naar kaderstellende documenten voor een aanbesteding (waaronder een programma van eisen);
• De vervoerder die de concessie uitvoert, stelt jaarlijks een vervoerplan op met daarin voorstellen voor de ontwikkeling van het OV-aanbod in het betreffende concessiegebied;
• GS stellen het jaarlijkse vervoerplan van de vervoerders vast.
De provincie Gelderland kent op dit moment (maart 2025) vier gebiedsconcessies: Achterhoek- Rivierenland, Arnhem-Nijmegen, Veluwe-Zuid en IJssel-Vecht (dit is een gezamenlijke concessie met de provincies Overijssel en Flevoland). Vanaf juli 2026 zijn dat er drie, omdat de concessies Arnhem-Nijmegen en Veluwe-Zuid worden samengevoegd in de concessie Arnhem-Nijmegen-Foodvalley. Daarnaast is er een concessie voor een specifieke spoorlijn (zie afbeelding).
Bron: Provincie Gelderland (2022).
In dit onderzoek keken we over een langere periode (vanaf 2014) terug in de tijd om zo ontwikkelingen in de bereikbaarheid met het openbaar vervoer inzichtelijk te maken. Een duidelijke definitie wat goede bereikbaarheid inhoudt, heeft de provincie niet. De Rekenkamer heeft evenwel informatie verzameld om in kaart te brengen hoe de ontwikkeling van bereikbaarheid eruit ziet. Daaruit blijkt dat de bussen en treinen in 2024 grotendeels op dezelfde plekken en dagen door de provincie reden als tien jaar geleden. Op een lager detailniveau zijn meer veranderingen zichtbaar. Er rijden in totaal minder bussen rond dan tien jaar geleden en er zijn aanpassingen aangebracht in de routes die bussen rijden. Ook rijden er meer buurt- en belbussen. Dat is vaak op plekken waar minder reizigers zijn. Op de plekken in de provincie waar geen openbaar vervoer beschikbaar is, is een deeltaxisysteem gekomen. Deze wijzigingen liggen in lijn met beleidskeuzes van de provincie, zoals het versterken van het reguliere openbaar vervoer op plekken waar veel reizigers zijn en het ontwikkelen van vraaggestuurd openbaar vervoer op de plekken waar minder reizigers zijn, zoals in landelijk gebied.
Tegelijkertijd constateert de Rekenkamer dat sturing vanuit de provincie plaats vindt op het niveau van het OV-aanbod en niet op het niveau van doelen (waartoe dient het OV-aanbod in termen van bereikbaarheid?). Dit komt doordat de provincie ambities niet heeft uitgewerkt in concrete doelen en niet altijd tot een integrale afweging komt bij concurrerende ambities zoals verkeersveiligheid en bereikbaarheid. Ook monitort de provincie meerjarige trends in het OV-aanbod niet.
De Rekenkamer beveelt daarom aan om meer invulling te geven aan het begrip bereikbaarheid. Door daarnaast stappen te zetten in het gebruik van data op dit thema, kunnen GS en PS ook beter bijsturen op de gestelde doelen. Zie de andere tabbladen voor alle conclusies en aanbevelingen.
Hoofdconclusie
Het OV-aanbod is sinds 2014 in grote lijnen hetzelfde gebleven. Tegelijkertijd zijn er ook op een aantal specifieke punten ontwikkelingen zichtbaar in het OV-aanbod: een lichte afname van het aantal busuren, aanpassingen in de busverbindingen en een toename van andere vervoersvormen dan de reguliere bus. De ontwikkelingen zijn te relateren aan beleidskeuzes van de provincie. Sturing vanuit de provincie vindt plaats op het niveau van het OV-aanbod en niet op het niveau van doelen (waartoe dient het OV-aanbod in termen van bereikbaarheid?).
Deelconclusies
1. OV-aanbod in grote lijnen hetzelfde, ontwikkelingen op specifieke punten
Het OV-aanbod is sinds 2014 in grote lijnen hetzelfde gebleven. De bussen en treinen rijden in 2024 grotendeels op dezelfde plekken en dagen door de provincie als tien jaar geleden. Tegelijkertijd zijn op een aantal specifieke punten ontwikkelingen zichtbaar in het OV-aanbod:
• er zijn in totaal minder bussen onderweg;
• bussen rijden soms via andere routes (lijnennetwerk);
• naast de reguliere bus rijden er meer buurtbussen en belbussen;
• er is een deeltaxisysteem gekomen met name op plekken waar geen openbaar vervoer beschikbaar is;
• de bereikbaarheid van voorzieningen (ziekenhuizen en scholen) werd voor sommige gemeenten beter en andere juist slechter.
Het gebruik van het openbaar vervoer (aantal instappers) in Gelderland nam toe in de periode voor corona (2014-2019).
2. Veranderingen in het OV-aanbod te relateren aan beleid, sturing niet op niveau van doelen
Het onderzoek is op woensdag 26 maart 2025 aangeboden aan de voorzitter van de open agenda.