Gepubliceerde
onderzoeken

ONDERZOEK UITGEVOERD IN OVERIJSSEL
NOVEMBER 2013

Beschikbare downloads

Eindrapport
Persbericht
Onderzoeksplan
SamenvattingConclusiesAanbevelingenBestuurlijke behandeling

Concessieverlening openbaar vervoer

Provincie Overijssel regelt het openbaar vervoer in de regio (uitgezonderd Twente) en verleent daarvoor concessies. more
close
 Een vervoerder met een concessie mag als enige in een bepaald gebied het openbaar vervoer verzorgen. De Rekenkamer Oost-Nederland onderzocht op basis van drie concessies welke lessen de provincie kan trekken.

Onderzoek naar concessieverlening openbaar vervoer
In 2013 verleende de provincie de concessie IJsselmond aan vervoerder OV regio IJsselmond (Connexxion). Pas bij de derde poging kon de provincie tot overeenstemming komen met een vervoerder over een nieuw contract. Dat de concessie de eerste twee keer niet gegund kon worden was voor de Rekenkamer aanleiding voor haar onderzoek. De vraag die de Rekenkamer stelde was welke lessen er geleerd kunnen worden uit eerdere concessieverleningen? We onderzochten de concessies IJsselmond, Midden-Overijssel en de tram Zwolle-Kampen.

Grotendeels op orde, verbeteringen nodig
Uit het onderzoek blijkt de concessieverlening door GS grotendeels op orde. Toch konden enkele concessies niet gegund worden omdat er geen overeenstemming met een vervoerder kon worden bereikt. Door de marktwerking in het openbaar vervoer is dit risico niet uit te sluiten. Om dit risico te verkleinen, beveelt de Rekenkamer GS aan om de methode voor het gunnen aan te passen, waardoor GS zichzelf meer ruimte bieden om te kunnen gunnen. Ook raadt ze GS aan om explicieter te evalueren en daarmee te leren van eerdere ervaringen met concessieverlening.

De kaders uit de OV-tactiek zijn te gedetailleerd voor de dagelijkse praktijk. Bovendien maakte de kostenstijging van het openbaar vervoer het wenselijk om op onderdelen af te wijken van de kaders. De Rekenkamer beveelt PS aan om in de toekomstige kaders minder gedetailleerd te zijn en de focus te leggen op de te bereiken doelen. Daarnaast raadt ze PS aan om het beleid toekomstbestendiger te maken door scenario’s in het beleid op te nemen. Daarmee kunnen PS en GS samen daadkrachtiger anticiperen op toekomstige ontwikkelingen in het openbaar vervoer.

Concessieverlening openbaar vervoer

Kaderstelling PS
De door PS vastgestelde kaders zijn niet volledig nageleefd, een deel van de kaders uit de OV-tactiek uit 2008 is in de praktijk door GS losgelaten. De reden daarvoor was dat de kaders het karakter van een blauwdruk hadden, die op onderdelen al snel (in 2009) niet passend bleek. PS is hier niet expliciet over geïnformeerd en is daardoor niet in de gelegenheid gesteld om de kaders (eerder) te herijken. De herijking van de OV-tactiek die nu plaatsvindt is voornamelijk ingegeven door financiële overwegingen. Om recht te doen aan de kaderstellende rol van PS was een eerdere mogelijkheid tot herijking, ingegeven door de inhoudelijke afwijkingen in de praktijk, opportuun geweest.

 

Uitvoering concessieverlening door GS
GS hebben binnen de eerder geschetste context de concessieverlening grotendeels op orde, maar er zijn verbeterpunten aan te geven waardoor de concessieverlening robuuster kan worden. Daarbij gaat het om het creëren van meer ruimte om een concessie te kunnen gunnen, maar ook om explicieter te leren van eerdere concessieverleningen. Daarnaast zijn er verbeterpunten in het concessieverleningsproces aan te wijzen.

 

Concessieverlening openbaar vervoer

Aanbevelingen voor PS
Voor de herijking van de kaders geven we u de volgende overwegingen mee:

  1. Formuleer doelen op het niveau van maatschappelijke effecten en biedt GS ruimte en flexibiliteit ten aanzien van de prestaties. Houdt de vinger aan de pols over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het beleid.
  2. Vraag GS binnen de kaders verschillende scenario’s uit te werken vanwege de vele onzekerheden (hoogte van de opbrengsten, omvang inkomsten BDU, kostenontwikkeling OV, concessie Twente na het opheffen WGR+) waarmee concessieverlening is omgeven. Betrek daarbij ook de voor- en nadelen van het leggen van de opbrengstverantwoordelijkheid bij de provincie. Met scenario’s kunnen GS daadkrachtig inspelen op de ontwikkelingen die zich voordoen binnen de door PS aangegeven kaders.
  3. Zorg voor een nauwkeurige kwantificering van de financiële risico’s die samenhangen met concessieverlening waaronder de opbrengstverantwoordelijkheid, zodat hiervoor een qua omvang passende reserve kan worden ingesteld. (stap 1)
  4. Vraag GS om één jaar na de behandeling van dit rekenkamerrapport inzicht te geven in de implementatie van de aanbevelingen.
 

Aanbevelingen voor GS
Met de volgende aanbevelingenkan de uitvoering van concessieverlening verder verbeterd worden.

  1. Handel niet zonder instemming van PS mocht een afwijking van de kaders nodig zijn.
  2. Creëer meer ruimte om te kunnen gunnen door een ‘escape’ in te bouwen. Dit kan bijvoorbeeld door in de aanbesteding twee opties uit te vragen. In de eerste optie is een budgetplafond opgenomen om -naar verwachting- scherpe biedingen te krijgen. Als geen van de vervoerders onder het plafond een bieding kan doen, komt optie 2 in beeld. Bij die optie kunnen vervoerders aangeven welk budget zij nodig hebben om de concessie uit te voeren. Een alternatief is dat vervoerders aangeven wat zij wel aan openbaar vervoer kunnen bieden voor het budgetplafond.
  3. Breng de gehanteerde gunningscriteria in lijn met de kaders; dat wil zeggen dat het voor de hand ligt om prijs een grotere rol te laten spelen dan kwaliteit wanneer de provincie opbrengstverantwoordelijk is. Vervoerders kunnen zich in die situatie namelijk minder op kwaliteit onderscheiden doordat ook de ontwikkelfunctie bij de provincie ligt.
  4. Zorg in geval van gezamenlijke concessieverlening ervoor dat tijdens de voorbereiding op concessieverlening de beleidsmatige verschillen tussen de concessieverleners zijn uitgediscussieerd en er een gelijkluidende gezamenlijke insteek is. Werk de samenwerking van tevoren uit en leg afspraken hierover schriftelijk vast.
  5. Verbeter de concessieverlening door:
    1. Standaard gebruik te maken van een marktconsultatie om een indruk te kunnen krijgen van de animo bij vervoerders enerzijds en ten behoeve van inzicht in de haalbaarheid van eisen en wensen anderzijds.
    2. In de voorbereiding op de concessieverlening te zorgen voor een goede financiële inschatting van de aan de concessie te stellen eisen en wensen inclusief een reële beprijzing van de risico’s. Betrek in deze inschatting ook de te verwachten financiële gevolgen van een eventueel besluit om niet tot concessieverlening over te gaan.
    3. Een projectplan op te stellen voor elke concessieverlening en daarbij in ieder geval in te gaan op: 1) planning, 2) benodigde capaciteit en deskundigheid en 3) risico’s en beheersmaatregelen.
    4. De gunningssystematiek zodanig uit te werken dat kwaliteit in de gunning ook de rol speelt die wordt beoogd, dit kan door scherpere keuzes ‘af te dwingen’ door een kleinere schaal (1 tot 5 of 1 tot 3 in plaats van 1 tot 10), door relatieve scores (de ‘beste’ invulling krijgt de meeste punten) te hanteren of door te omschrijven waarmee de maximale score behaald kan worden.
    5. Tijdig te starten en in de planning te zorgen voor voldoende tijd om een eventuele uitloop op te kunnen vangen zonder dat dit ten koste gaat van de benodigde implementatietijd. Betrek de consequenties van het eventueel niet kunnen gunnen in de afweging over een tijdige start.  
    6. In de concessie de bepaling op te nemen dat bij een eventuele verlenging dezelfde eisen, voorwaarden en vergoedingen worden gehanteerd.
    7. Te zorgen voor tijdige, volledige en juiste informatie gedurende het aanbestedingsproces.
    8. Gedurende de concessie onder meer aantallen reizigers, reizigersopbrengsten, versterkingsritten en personeelsinzet te monitoren zodat er bij de aanbesteding van de nieuwe concessie geen voorbehoud gemaakt hoeft te worden op deze gegevens.
  6. Benut het lerend vermogen door:
    1. Elke concessieverlening expliciet te evalueren en de daaruit getrokken lessen te borgen
    2. Dossiervorming beter (vollediger en uitgebreider) op orde te hebben. 

       

Concessieverlening openbaar vervoer

Aanbieden: Op 13 november 2013 overhandigde de voorzitter van de rekenkamer het rapport aan de Commissaris van de Koning van Overijssel, mw Bijleveld.

Reactie GS: Op 19 november 2013 heeft GS haar reactie op de resultaten van ons onderzoek gegeven.

Technische briefing: de presentatie aan PS op 4 december kunt u hier bekijken

Behandeling Commissie: Op 8 januari is het rapport in de commissie behandeld. http://player.companywebcast.com/prov_overijssel/20140108_6/nl/player

Aanvullende reactie GS: Op 21 januari 2014 heeft GS een aanvullende reactie op de resultaten van ons onderzoek gegeven.

Behandeling Provinciale Staten: Op 22 januari 2014 heeft besluitvorming plaatsgevonden over het rekenkamer rapport. Het voorstel PS/2014/40 is als hamerstuk behandeld, waarbij SP en CDA een stemverklaring (klik op "Voorstellen van Gedeputeerde Staten - Hamerstukken") hebben afgegeven. De conclusies en aanbevelingen uit het rapport zijn overgenomen door PS.

Aanvulling naar aanleiding van behandeling: Naar aanleiding van de behandeling van het rapport op 8 januari heeft de rekenkamer PS aanvullende informatie gezonden over de range van de rapportcijfers die zijn gegeven bij de beoordeling van de kwaliteitscriteria in de gunning.

Inzicht in implementatie aanbevelingen: Op 9 november 2015 ontvingen Provinciale Staten een notitie van Gedeputeerde Staten over de implementatie van de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport over concessieverlening. De notitie kunt u hier vinden.